Van een oud mensch, de dingen die voorbijgingen, kwamen en bleven

Agile in het dagelijkse leven: Omzien is vooruitzien

Home> Dagelijks leven> Een winterse sotternij

Een winterse sotternij

Het is al weer bijna voorbij, die mooie december. Die mooie december die al begon in mei. Mei? Toen werd de vraag gesteld door de personeelsvereniging wat mijn keuze voor kerst zou worden. Het leeuwendeel van mijn collega's kiest altijd voor het traditionele kerstpakket. Ik ook. Rekenaars kiezen soms voor de bonnen. In het kader van de MVO-ratrace werd er heel kies de optie gegeven het kerstpakket te doneren aan de voedselbank. Een nobel streven, logistiek makkelijker, dus ook milieubewust. De gedoneerde pakketten kunnen rechtstreeks naar die organisatie, zonder dat de ontvangende gulle gever deze ooit ziet. Het is wat zinloos het pakket eerst te geven, vervolgens elders weer in te nemen en daarna pas deze naar de voedselbank te transporteren. In de zomer is er echter niet de mildheid die de decembermaand met zich mee brengt. Vrede op aarde en alles zullen we eerlijk delen. Althans in december na Sinterklaas! Die moet eerst vertrokken zijn. Daarna zal de mildheid indalen. Ingegeven door de reclames over deze geweldige tijd.

Vlak voor Sinterklaas geeft de personeelsvereniging een chocoladeletter aan de leden. Niet zo maar een lettertje van de HEMA of Lidl, maar een doos met een pond chocolade. Met het verzoek om ook deze te delen. In te leveren dus. Een cadeau geven en dan gelijk weer afpakken, werkt niet echt. Iedereen is terug in de kindertijd. Blij met het cadeau. Dat ze met niemand hoeven te delen. Het inleveren bij het gezin blijkt zelfs lastig. Tot aan Kerstmis zie je her en der op de bureaus nog de dozen met stukjes chocola liggen. Op het werk worden deze genuttigd. Thuis hoeft en mag men er niets van weten. Wanneer er minder chocola resteert, gaan kleinere stukjes chocola heimelijk in de mond. Onder het murmelen van my precious, waardoor een streepje chocola vermengt met speeksel in de mondhoek naar beneden sijpelt. Heimelijk. Stel je voor dat je collega tegenover je ook een stukje wilt. Is alles op, dan ziet men weer verlangend uit naar volgend jaar. My precious.
Niet iedereen is zo zuinig. Sommigen weten binnen één uur de letter weg te werken. Geen schaamte. s' Avonds zal het bord niet leeg gegeten worden. Op de vraag of het niet lekker is, zal geantwoord worden dat een griepje roet in het eten gooit. Slechts een klein aantal van de ontvangers, deponeert de letter in de daartoe bestemde curverbox. De naamsticker op de doos van de letter wordt niet verwijderd. Want als men geeft, moet het wel zichtbaar zijn. Misschien dat er iemand op het idee kan komen om volgend jaar twee letters van elk een half pond te kopen. Eén voor het personeel en één voor het goede doel. Iedereen blij. En het bord thuis wordt gewoon weer schoon leeg gegeten. Er zijn geen lastige vragen. Er is geen schuldgevoel.

Het is een bijzondere tijd, die decembermaand. De tijd van de traditionele lijstjes. Wat waren de diepte- en hoogtepunten van het jaar? Wat was het nieuws? Wat willen we in de Top 2000, de MAX Evergreen Top 1000 en in de, juist onjuist gespelde, Top 1000 Allertijden? Wie wordt de sporter (M/V/X) van het jaar? Wat is het woord van het jaar? Welke woorden moeten weg uit ons vocabulaire omdat we er jeuk van krijgen?

DWDD heeft over de laatste vraag de intelligentsia laten spreken. Onder meer het woord cookie moet weg. Als alternatief werd lintworm geopperd. Goed gevonden, want een cookie verslindt onverzadigbaar data. Maar is dat beter? Een cookie is echt een koekje en wel een koekje van eigen deeg. Door een website te bezoeken, accepteer je cookies. Niemand besluit om de website weg te klikken. Evenals men de volledige toegang tot de telefoon open zet, om toch maar die ene gratis app te kunnen installeren. Gratis?
Het woord inclusiviteit of inclusie moet ook weg. Sinds dit jaar was het er opeens, maar wel op een andere manier. De inclusieve samenleving kenden we al. Maar nu wordt het gehanteerd als synoniem voor multicultureel samenhangend. Iedereen mag zijn wat ze zijn, mits men maar rekening met elkaar houdt zodat iedereen kan meedoen.
Wat is het tegenovergestelde? Exclusie? Maar dat is hetzelfde. Want de nadruk op inclusief betekent dat men exclusief is. Er is iets ongewenst. Als iedereen inclusief is, zou niemand exclusief kunnen zijn. Of geëxcludeerd. We zouden de grijze eenheidsworst uit The Wall zijn. Tenzij nog enige vorm van diversiteit mag bestaan. Maar wel volgens de gemene deler. Die inderdaad gemeen is, want helaas zijn er altijd mensen die door de inclusiviteit buitengesloten worden. Helder toch?

Het belangrijkste lijstje van december voor de kinderen blijft natuurlijk het verlanglijstje voor Sinterklaas of de Kerstman. Het plezier om met een kleine, botte, gele schaar afbeeldingen uit te knippen uit huis-aan-huisbladen of catalogi van postorderbedrijven, die vroeger ongevraagd in de brievenbus belandden, en deze knipsels met witte, reukloze lijm te plakken op een vel papier, is niet meer. Lijstje.nl is het nu. Alles virtueel. Brave kindertjes spitten websites door, ongeacht de cookies, op zoek naar. Naar wat eigenlijk? Een pop met vlechtjes in het haar? Een snoezig jurkje kant en klaar? Twee kaatseballen in een net? Een letter van banket? Een bromtol met een zweep er bij? Een doos met blokken, schaatsen en een nieuwe pet? Geen van deze en zeker geen houten trein, racebaan of curvy Barbie. Games, spelcomputers, drones en een Gucci-tas! Als het maar duur is of als er maar een stekker aan zit. Het is een leermoment als het lijstje niet all inclusive wordt waargemaakt.

In november werd de Sint met het inmiddels traditionele gekrakeel binnengehaald. De Kerstman genoot nog van zijn vakantie. Eind november trapte Sky Radio december af en werd haar naam omgedoopt naar Christmas station. Vlak voor 6 uur ’s ochtends dendert deze maand de kerstmuziek bij mij binnen. Mariah Carey ziet haar bankrekening weer ruimschoots gespekt worden. Het aantal kerstbomen dat we 's avonds ontwaren wanneer we begin december door onze wijken lopen, ondanks dat de kerstboomverkooppunten nog in opbouw zijn, groeit gestaag. De echte liefhebbers hebben nog net niet hun balkons en voortuinen omgetoverd tot verlichte horror-taferelen waar de kerstman continu een ladder of touw op- en neerklimt en de neus van Rudolph van 3 kilometer afstand zichtbaar alarmerend aan en uit gaat. De komst van LED, betekent niet dat hun krachtstroomaansluiting is verwijderd. Er kan nog meer bij.
Heel Nederland is gestoffeerd en omheind. Maar de voortuinen hebben lage hekken. De ramen zijn sinds de introductie van de doorzonwoning, lang geleden, niet kleiner geworden. Vreemd blijft het. We kunnen overal binnenkijken, zelfs als er folie aan de onderkant van het raam is geplakt, tegen die inkijk. Om R. Kousebroek aan te halen: "de aanblik van dit textielen universum is vooral 's avonds na het invallen van de duisternis verbluffend, want al die gordijnen gaan nooit dicht. Nederland; een bewoond gordijn.". Onze betonnen dozen, met dus flink veel glas, laten je zien hoe of de kerstboom staat bij Mien en d'r dressoir met plastic kerststal of kerstdorp in Charles Dickens-stijl. De boom is voorzien van honderden lichtjes. Glinsterend, soms kleurrijk, hier en daar stroboscopisch, maar nog niet intelligent. Er moet een schakelaar worden ingedrukt. Nog geen "Hey Google, kerstverlichting aan"”.

De kerstbomen zijn getooid met kerstballen of andere decoratie, volgens de nieuwste trends. De keuze is reuze. Ecologisch, vintage of thematisch. Sinds begin oktober te koop op de kerstafdeling van een willekeurig tuincentrum. Met busladingen tegelijk wordt de MAX-generatie in november afgezet bij zo een omsloten-natuurbelevings-wereld. Al of niet geflankeerd door Bert van Leeuwen of een andere bekende Nederlander, die strijdt tegen eenzaamheid. Voordat men de toonkamers, gelijk IKEA, mag betreden, gaat men eerst via een sluiproute naar het restaurant voor een kopje koffie met gebak. Tegen een democratische toeslag wordt er een vingerhoedje advocaat bij geserveerd. De keuze van het gebakje bestaat uit een moorkop en tompouce. Dankzij voortschrijdend inzicht wordt er geen hazelnootgebakje geserveerd. De harde stukjes kunnen onder het gebit geraken. Een heir grijsaards die openlijk hun gebit uitnemen, is toch minder appetijtelijk.
De generatie die nu als samenlevings-participant of mantelzorger meegaat, zou dit wel kunnen eten. Deze is namelijk voorzien van kronen en daar waar kiezen ontbreken, zijn de vervangers met bouten in de kaak verankerd. Maar als in de toekomst de generatie van mantelzorgers met hun mantelzorgers dezelfde martelgang ondergaat, zal het hazelnootgebakje nog steeds niet worden geserveerd, want "dat was nooit" en met traditie mag niet gebroken worden. Daarnaast zijn er afspraken met de bakker, die verwacht niet dat er bestellingen voor hazelnootgebakjes komen. Die is al lang vergeten hoe een dergelijk gebakje te maken en de voorraad ananas in blik moet op. Want een kleine minder brosse Bossche bol met chocoladeglazuur, een moorkop dus, maar nu inclusief benoemd, zonder partje ananas erop is vloeken in de kerk. Voor zover dat spreekwoord nog niet is bijgesteld naar een meer inclusievere variant. Vloeken in een gebedshuis, of beter, buurthuis of wijkcentrum. Dus het onoorbaar gebruiken van mensonterende taal in een gemeenschapshuis.
Eenmaal op de kerstafdeling aangekomen, worden de minimaal twee of drie tafels van 10 bij 10 meter met kersttaferelen met jaloerse en hebberige ogen bekeken. Er zijn meerdere fabrikanten. Dat stalletje is leuk en dat gebakkraampje, een skihelling wil ik ook en kijk naar dat schattige echt dansende schaatspaar. De loopruimte in een doorsnee woonkamer wordt door een dergelijk kerstdorp geminimaliseerd. Maar er kan altijd meer bij, want het gaat om kwantiteit. Nadat het dorp is opgezet, worden foto's gedeeld op het internet en deze worden selectief geciteerd op Pinterest. Dat is de hoogste eer. Het is en blijft een wedstrijd.
Bepakt en bezakt, of minder bezakt met als argument dat er geen nieuwe passende huisjes waren, om te verbloemen dat het pensioen alleen toereikend is voor uitgaven bij de AC-tion en Alibaba, wordt men na deze geslaagde, gezellige dag weer in de bus geladen. Nu zonder bekende Nederlander. Die is al lang en breed ongemerkt naar huis gegaan. Die moet zelf nog kerstinkopen doen. De onbescheiden toelage voor deze schnabbel geeft genoeg ruimte om ruimhartig cadeaus in te kopen bij Bol en Coolblue.
Met Kerst wachten de grijsaards geduldig op de komst van tafeltje-dekje. De bekende Nederlander zit dan in goed en gezellig gezelschap te borrelen, voorafgaand aan een traditioneel Engelse dis. Natuurlijk wel voorafgegaan door het lezen van de Bijbel en dankwoord voor alle zegeningen. Van de rijk gevulde bankrekening zal vast een beschaafd aantal koperen muntjes gul in de collectezak gedeponeerd zijn of worden. Inzet voor de eenzame mens vertaalt zich naar een minder grote aflaat.
Tafeltje-dekje is met Kerst ruim op tijd met het brengen van het eten. Twee uur te vroeg. De eigen dis van de bezorger wacht. Rond 6 uur vallen de grijsaards aan op de inmiddels lauwe, te roze stoofpeertjes, zompige gebakken krieltjes en een varkenshaasje met te zoute stroganoffsaus uit een pakje. Vooraf keiharde, onrijpe meloen met rauwe ham, dat wel heel klein gesneden moet worden, anders is het niet weg te slikken. Achteraf een ijsje. Inmiddels bijna gesmolten want het paste niet in de koelkast. Het satanisch lachend hoofdje van de sneeuwman dobbert in het plasje roomijs. Sneeuwman en geen unisex sneeuwpop. De oude ijsvormen waren nog goed en zijn niet weggegooid. Wanneer men alleen is overgebleven, dan wordt een eigen ingeschonken borreltje naar boven geheven. "We hadden het goed samen! Tot snel."
Eind december zal een bezoek aan datzelfde tuincentrum teleurstellend zijn. Van de hele kerstafdeling is weinig tot niets over. Alle verkeerd ingekochte, blijkbaar niet trendy, kerstdecoratie wordt met 50% korting aangeboden. Ook de huisjes. Dat ene gewenste huisje net weer niet, maar een andere geeft dezelfde voldoening. Het tonen van dat huisje moet wel een jaar wachten. Als men het haalt. Het uitzoeken wordt lastig gemaakt door inhuurkrachten die bezig zijn met omtoveren van de kerstafdeling in een lente- en paasafdeling, zodat we half januari, net bekomen van de chocolade kerstkransjes gevulde paaseieren kunnen presenteren. Vergezeld met kruidnoten.
De op zijn telefoon kijkende man in de niet drukbezochte oliebollenkraam op het druilerige parkeerterrein probeert nog steeds zijn waar te slijten. Sinds gebroken is met de traditie van de jaarlijkse oliebollen-test, komen de klanten niet meer van heinde en verre. Er zal doorgewerkt moeten worden in de zomer op kermissen met de Churro-kraam. Zelfs op de 31e zal de klandizie eerder kiezen voor een kraam dichtbij of de supermarkt, in plaats van dit tuincentrum achter Gods rug. Het leven is verrukkelijk. Alle dagen feest. De echte diehards zoeken alvast om het gevoel vast te houden een internetzender als Schlagerweihnacht op. In der Weihnachtsbäckerei Gibt es manche Leckerei. If every day could be like Christmas. What a wonderfull world it would be.

Traditiegetrouw start december met het Sinterklaas-feest. Zelf heb ik daar al enige jaren afscheid van genomen. Het is een mooie herinnering. Een herinnering die ik ook aan mijn kinderen heb kunnen geven. Samen hebben we de boot zien aankomen. Blauwbekkend in de vrieskoude. Op de dag zelf, even nog een stukje lopen naar het centrum, nog iets lekkers kopen. Pappa moet nog even terug naar huis, omdat hij iets vergeten is. En bij thuiskomst staan er opeens jute zakken met cadeaus in de woonkamer. "Wat jammer dat we ze net gemist hebben!". De cadeaus waren gedurende het jaar gekocht, in de aanbieding. Een ander jaar was het een taak van een overbuurman die de sleutel had om de katten eten te geven. Hij sloop binnen. Hij zette de zakken klaar, sloot af en klopte en bonkte op de voordeur. "Dank u Sinterklaasje!".
Maar nu er door een Vlaamse filosoof ook gemorreld wordt aan Sinterklaas zelf, want deze Goedheiligman is traumatiserend voor onze kinderen doordat we hen voorliegen, in combinatie met een hernieuwde poging om de te katholiek ogende figuur te ontdoen van staf en mijter, want het is niet inclusief, geef ik het geheel nog vijf of zes jaar. Door inclusief te willen zijn, worden we noodgedwongen exclusief.

De herinnering blijft, aan die man met zijn staf
Hij heeft alles gegeven, maar nu is hij dood.
Hij was maar een Sint, in 't wit en in 't rood.
Hij was maar een Snieklaas, maar nu is hij dood.
De herinnering blijft aan die Heiligman met z’'n baard.
Hij heeft alles gegeven tot zijn laatste afvaart.
Niemand kende de pijn van zijn stille verdriet,
want er was op het einde niemand die hij verliet.

Tijd om de bakens te verzetten. Veranderingen zijn van alle tijden. Luther heeft al eens een poging gedaan om het katholieke feest de nek om te draaien. Het volk dacht anders. Maar het volk verliet wel het geven van een speculaaspop of suikerhart aan de beoogde geliefde. En in alle eerlijkheid moet iedereen toch toegeven, dat het ook gewoon veel beter uitkomt. Het is gewoon praktisch! De vierde vrijdag in oktober is al sinds een paar jaar gereserveerd voor Black Friday, zwarte vrijdag, gevolgd door Cyber Monday. Black Friday, die iedereen met elkaar verzoenende dag, overgewaaid uit Amerika, die dag waarbij iedereen in het Westen verbroederd één gezamenlijk doel nastreeft: consumeren. Zij aan zij. Gebroederlijk. Tenzij men in de winkel net allemaal het laatste exemplaar van een product wil hebben. Dan is er toch wat onmin.
Alleen die benaming, zwarte vrijdag. Dat is niet inclusief. Misschien dat we de naam Prijzencircus of Doldwaze dagen kunnen exporteren? Dat is wel inclusief. Met de woorden apartheid, drugs en mannekijn is dat prima gelukt. Evenals dit geldt voor het woord sinterklaas, wel met enige hulp uit Duitsland: Sankt Nikolaus.
"Doldwaze dagen"” dekt beter de lading in Nederland. Bij ons zijn het meerdere dagen. Doldwaze dagen waarin verdwaasde zielen hun geld spenderen aan datgene wat men niet nodig heeft en zich feitelijk niet kan veroorloven en een week eerder tegen minder had kunnen aanschaffen. Voor onze getormenteerde pakketbezorgers geeft het de gewenste rust. Pakketjes komen nu wel op tijd aan. De periode tussen bestellen en verplichte levering is niet meer maximaal een week. Dus geen teleurstellingen meer bij de kinderen, mits we de cadeaus met Kerst gaan geven. Het is gewoon veel duidelijker en makkelijker. Elk nadeel heeft zijn voordeel.

Maar voor nu een rouwmomentje, even slikken en weer doorgaan. Flink zijn, even flink zijn. En hoewel 't lang kan duren, zal ik wachten tot ik niet meer denk aan jou. Over tien jaar is er geen haan meer die er naar kraait. Geen Sinterklaas-journaal, geen televisieverslag van de intocht, geen gekrakeel. Lokaal wordt het nog wel gevierd. Op sommige sites zal nog krampachtig vastgehouden worden aan het Krampus-argument. In Amsterdam verkleedt men zich in de gang, alvorens men de kamer binnengaat waar kinderen hun hart vol verwachting laten kloppen. Over straat gaan in de traditionele kledij is uitgesloten. De politie kijkt de andere kant op als een recalcitrante traditionalist in elkaar wordt geslagen door een "Pieten-rammer".
Alleen dat ene dorpje, waar 5 december altijd al een gewone dag was, en op 21 februari de broer van Snieklaas, Sint Piter, langs komt, is weerbarstig. Sinds 10 jaar is heel Nederland bezet door soldaten van de inclusiviteits-brigade, van de veldheer Jerry Afriyie. Heel Nederland? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de soldaten in de omringende legerplaatsen bepaald niet gemakkelijk.”
Wanneer we dan de balans opmaken, stellen we ons de vraag of het heeft geholpen. Het antwoord is ongetwijfeld neen. Datgene wat men dacht te zien, werd niet door iedereen gezien, waardoor zichtbaar werd dat de verschillen, verschillen die er mogen zijn, verschillen werden die het verschil blijven maken. Reeds in een vroeg stadium werden op het voetbalveld geluiden vervangen door de inmiddels niet ter zake doende geuzenliederen. Bij clubvoetbal. Niet bij ons nationale elftal. Zeker niet wanneer het winnende doelpunt gemaakt wordt door de spits, die normaal gesproken wel wordt toegezongen. De tegenpartij daarentegen zal wel hun strijdkreten aanheffen. Alleen hebben zij andere geuzenliederen, want van Sinterklaas hebben ze nog nooit gehoord, of er wordt volstaan met geluiden. Het echte probleem is niet aangepakt. Je kan het feest uit een volk halen, maar niet...

Toch gaan veranderingen soms heel snel. Als deze maar in ons straatje passen. Samenwonen of "hokken" doen we pas zo'n veertig jaar. Trouw je alsnog, omdat het financieel beter uitkomt, dan neem je je kinderen als bruidsmeisje, bruidsjonker of bruidsbegeleidertje mee. Er is niemand meer die er schande van spreekt. Er wordt getrouwd in het wit. De betekenis van de witte jurk weet niemand meer. Maar dat "kies" je omdat het mode is. De bruid (M/V/X) draagt ook nog iets blauws en een geleend item. "Net als in de film. Ik wil het.", is de gedachte. Vrijheid, blijheid. Baas in eigen buik. Gewoon een keuze. Niets meer stiekem, want het was van alle tijden dat hokken. Gewoon open en bloot.
Echt niet stiekem? Het nieuwe stiekem wordt gefaciliteerd door Novamora.nl en Secondlove.nl. In de hoop dat de Autoriteit Persoonsgegevens niet komt met de melding dat de sites gehackt zijn. Want dan is het leed niet te overzien.
Bruid (M/V/X)? Misschien is dat iets te voorbarig. Ergens lijkt die pas verworven vrijheid, of beter, dat recht, velen veel te ver gaan en teruggedraaid te worden in het kader van inclusiviteit. "Pieten-rammers" moeten het gehele jaar iets te doen hebben. In december dragen ze trots een "ie" in hun naam, maar door het jaar heen een "o".

Veranderingen kunnen zelfs heel gemoedelijk verlopen. In onze buurt komen op 11-11 sinds een jaar of 20, 25, kinderen langs de deuren. Dreumesen met een lampion. Met verbaasde en vertwijfelde ogen bezien ze de wereld. Belletje trekken mag niet, maar nu mogen ze aanbellen, zingen en krijgen ze snoep. Ze mogen er wel twee pakken uit de mand. Ze zijn nog zo onschuldig en onbeschreven. Moeders maken met telelenzen foto's. Voor ooit. Nu het nog kan. Leuk voor in een Albelli-boek, als fotopuzzel van de Kruidvat of gewoon een HEMA-vergroting voor in een FONQ-fotolijst. De verdwaalde groep zessers, te groot maar ook te klein, hebben noten op de zang. Ze zingen afgeraffeld dat ze hun lichtje mogen branden en gaan met grijpgrage handen de mand in. Een clementine is te gezond, karamel lusten ze niet, dan maar weer een zakje zure snoepjes. Misprijzend kijkend als het van de Lidl is. Te min.
Het is een unicum in mijn woonplaats. Sint-Maarten. Ooit door een uit Drenthe naar hier verhuisde nieuwe bewoonster geïntroduceerd. Een van oorsprong lokale traditie die kwam aanwaaien en nu hier traditie is geworden. Hoe? Op een schoolplein bleken moeders bij elkaar in de buurt te wonen. Ze kwamen op de koffie bij elkaar. Het idee werd geopperd. Het idee werd onthaald met gejuich en aldus uitgevoerd. Het is een stilzwijgende afspraak, dat er een briefje in de bus komt en dat het briefje op de voordeur wordt geplakt als je mee doet. Waarom doe ik mee? Mijn kinderen hebben ook met een lampion rondgelopen en snoep ingezameld. Alle nieuwe bewoners in de wijk doen mee, omdat het gedaan wordt. Een leuke traditie!

Maar ook dit zal overgaan. Het zal verschuiven naar 31 oktober. Halloween. Overgewaaid uit Amerika. Dat is veel leuker en neutraler, er is namelijk geen heilige in het spel. Wat er religieus is aan de koeien met staarten is mij niet geheel duidelijk. Iedereen kent zeker en vast persoonlijke demonen en monsters. Of beter, alleen monsters, demonen zijn ook te religieus. Daar de huidige jeugd opgroeit met CG in films en games is Halloween niet traumatiserend. Waarschuwingen op BBC first vind ik daarom aandoenlijk. Bij een willekeurige aflevering van Midsummer murders wordt gemeld dat de te tonen aflevering "beelden van verontrustende aard bevat" en "ouderlijk toezicht wordt geadviseerd". Er zijn mensen die het kanaal kunnen overzwemmen. Groot Brittannië is dus niet zo ver van ons land verwijderd. Maar qua normen en waarden lijkt het alsof het leven op dit eiland zich in een andere tijd afspeelt.

Toen mijn kinderen de leugen van Snieklaas hadden doorgrond, niet getraumatiseerd overigens, is bij ons de aandacht naar Kerst verschoven. We zijn toen begonnen met de cadeaus onder de boom te leggen. Het maken van surprises stond ons niet aan. Dobbelen om presentjes ook niet. Het door films opgelegde romantische beeld won. Er staat geen Santa Claus in huis. Ondanks de vele films met deze gezellige dikkerd, die op een ecologisch verantwoorde slede de wereld van cadeaus voorziet. Mijn kerstfilms hadden geen kerstman. Wel engelen. Denk aan It's a Wonderfull life en The Bishop's Wife. White Christmas is weer van een andere orde. Toch heeft onze Kerst langzaam een Brits tintje qua decoratie en viering gekregen. De viering van het feest hebben we ontdaan van elke vorm van religie. Deze keuze lieten we aan onze kinderen. Niks opleggen, zelf laten kiezen. Mijn dochter kiest in ieder geval de kerstfilm uit. Traditioneel Love actually. Pogingen om haar White Christmas te laten zien, leiden tot niets. Ik heb het opgegeven. Die film kijk ik wel in mijn eentje in de zomer. Mijn eega is deze ook wat beu.

Op de term Kerstmis valt nog wel wat af te dingen. Kerstmis is een te specifieke term. Kerstfeest, zoals de niet katholieke christenen hanteren, is al een stuk neutraler. Een mis is specifiek katholiek. Kerstfeest is algemener. Kerst komt van kerstenen, bekeren. Bekeren is het verplicht opleggen van een geloof. Inclusieveren is precies eender, maar dan zonder geloof.
De VU vindt Kerstfeest nog te exclusief. Die introduceren dit jaar, heel vooruitstrevend, het Lichtjesfeest. Slim, zeker ook omdat Chanoeka in dezelfde periode plaatsvindt. Een deel van de internet-goegemeente kon hier zich niet helemaal in vinden. Waarop de VU weer reageerde met de zalvende, relativerende melding dat de traditionele kerstreceptie niet het veld ruimt en dat andere feesten ook gewoon op het programma blijven staan.

Wij Nederlanders willen graag geloven dat we in de wereld voorop lopen. Maar toch zijn we niet zo exclusief uniek als we denken. Trump twitterde ooit in 2017:

Toen was dat in Europa voor de meesten een onbegrijpelijke tweet. Buitenstaanders snapten Amerika niet. Men moet echt in een land leven om het land te doorgronden. Nu zal het kwartje wel vallen. We zeggen gewoon weer Kerstmis, omdat het Kerst is. Puntje bij paaltje blijkt Obama vaker Merry Christmas te hebben getweet dan Trump, maar dat zal niemand verbazen.
In Amerika is er sprake van the war on Christmas. Rond 2000 waren conservatieven verbaasd over het verdwijnen van het woord Christmas in Amerika. Holiday werd de term. Geen kerstboom, maar holiday tree. Geen Merry Christmas maar Happy holidays. De KMart en Walmart gingen er gretig in mee. Totdat de verkoop terugliep. Om toch aan iedereen tegemoet te komen, worden kerstgebruiken voorzien van of vermengd met seculiere uitingen. Dus de Kerstman, elven, sleden en rendieren. Alhoewel de meeste rechtszaken in het voordeel van Kerst uitvallen, is men toch bang. Men wil geen boete betalen wanneer Kerst te religieus wordt neergezet. Kerstkaarten met wensen worden niet meer voorzien van engelen of een afbeelding van een kerststal. Niet alleen in Amerika, maar ook in Engeland. Niemand voor het hoofd stoten is het devies. Een kaart met een sneeuwlandschap, sneeuwpop, rendier dat kan. Geen kerstster of kerstklok. Een sneeuwvlok kan nog net, ook al lijkt deze op een ster.

Maar de Kerstman dan? Wordt hij buiten beschouwing gelaten. Nee. Een sprookjesfiguur moet ook veranderen. De Kerstman is wit en dat is racistisch. Hij is een man en dat is niet gender-neutraal. En ook hij blijkt traumatiserend, want door zijn bestaan te propageren, ondermijnen we ons ouderschap en onze betrouwbaarheid. Ook de Kerstman blijkt een leugen.
Voor de vele Amerikaanse tv-zenders zal dit een probleem geven. Alle tot nog toe geproduceerde films hebben een Kerstman. CG staat voor niets, maar is ook duur. Kunnen die films dan niet meer herhaald worden op tv? Dat zal veel kijkers teleurstellen. Terug naar de kerstfilms van voor de Kerstman, kan ook niet vanwege de religie. Of is het toch de eigen verantwoordelijkheid. Zullen we dat liedje van Doe Maar hertalen?

Er is geen kerstbal op de tv
Alleen 'n film over die man
En wat dacht je van net twee
Een Elf op zijn (M/V/X) slee
Nee!
Er zit een knop op je TV
Die helpt je zo uit de puree
Druk 'em in en ga maar mee
De bomen buiten versieren

Tekstueel moet het beter, maar misschien wordt het wel een hit. Toch zal de vergevingsgezindheid van een gemiddelde Trump-Amerikaan niet groot zijn. En een doorsnee democraat zal ook wat achter de oren krabben. Een Christmas tree is een Christmas tree zoals een Menorah candle een Menorah candle is. Of in andere bewoordingen:

Youtube zal andere regels moeten hanteren, want die Kerstman leeft gewoon voort, al zijn het alleen maar gefilmde bloopers. Met aan zijn zijde zijn vrouw, geflankeerd door vele elfjes en de tandenfee.
De BBC heeft met de jongste regeneratie van Doctor Who een vrouw geïntroduceerd. Dat had geen probleem mogen zijn, want de Master is geregeneerd in een fantastische Missy. Doctor Who in een vrouwenlijf bleek echter een brug te ver. Niet door de actrice. Die doet het prima. De referentie aan de 13e doctor is subtiel prettig aanwezig. Echter door de scenarioschrijvers de opdracht te geven de serie te infantiliseren, de Teletubbies zijn stoerder, werd al de frustratie van niet ingeloste verwachtingen op de actrice geprojecteerd.
De Kerstman is sinds de eerste Coca-Cola reclame van zijn groene jas ontdaan, tot olijke dikkerd gemaakt en dat is film op film versterkt tot een icoon in en vastgelegd in ons collectief geheugen. Willen we dat massaal anders, dan zijn er nog wat films te gaan. Willen we iedereen tegemoet komen, dan zijn er films te maken voor een doelgroep. Iedereen maakt dan de eigen keuze. Een verhaaltwist als dat deze fabelfiguur kan shapeshiften, betekent dat verklaard is waarom per winkel het uiterlijk anders is. We kunnen kinderen wijsmaken dat de Kerstman op zijn slede over de hele wereld cadeaus brengt op één avond, dus het wisselende uiterlijk mag geen probleem zijn. May the force be with you.

De vraag voor ons in Nederland die begint te prangen, is wat we moeten met termen als kerstboom, kerstbal, kerstgratificatie, kerstkind, kerstdiner, kerststress, kerstster, kerstinkopen, kerststuk, kerstpakket, kerststal, kerstmarkt en alle die ik nu vergeet.
Kerstster? Dat is Mariah. Maar die heeft geen kerststress, tenzij ze haar geld gaat tellen en dat ene liedje toch in populariteit afneemt. De enige die ooit echte kerststress had, was Maria. Dus zonder h of poeha. Onbevlekt ontvangen, al of niet bewust, maar getrouwd dus geen bom(moeder). Jozef had misschien ook stress, maar toch anders. En het Kerstkind? Er is er maar één. Althans dat doet of wil men ons laten geloven of gelooft men. Kerstmarkt blijft in dit kader dus vreemd wanneer we alles letterlijk nemen. Het Kerstkind is Jezus. En Hij had een akkefietje in een tempel toen Hij de tafels van verkopers van runderen, schapen en duiven en de geldwisselaars aanschouwde. Fundamentalistisch is kerstmarkt een onmogelijk woord. Evenals kerstfeest, want bevallen in een stal of grot, in de winter, zonder familie is niet echt feestelijk. Overigens het bekeren van mensen was meestal voor de bekeerlingen ook geen feest.
Terug naar het zoeken naar alternatieve woorden. Kerstbal kan heksenbal worden, engelenhaar elfjeshaar, kerstboom lichtjesboom en kerstmarkt wintermarkt of feestmarkt. Alhoewel ik het niet als feest ervaar om in Duitsland over een kerstmarkt te lopen. Kerstgratificatie is misschien om te vormen tot midwinterbonus. Het liefst wel een vette bonus. Maar vet is ook een beladen woord. Frituren in vet, dient frituren in de oven of airfryer te worden. Tegelijkertijd geeft het ook wel aan dat ons beloningssysteem vreemd is. Doe je je werk, dan krijg je salaris. Maar geen vette bonus. De criteria voor een bonus zijn per bedrijfstak anders. Hoe hoger in de boom, de organisatorische boom, dus niet de kerstboom, ook niet de lichtjesboom, hoe vetter, dat dan wel weer. Zolang er maar aan de strijkstok niets blijft hangen. Lastig, want vet plakt.
De Dikke Van Dale beschrijft zaken neutraal, maar door niet neutrale woorden te verbannen, kan deze dunner. Dan zijn we ook gelijk van de discussie over dik af. De term "Dikke Van Dale" ligt gevoelig. De Vette Van Dale allitereert ook, maar daar is nooit voor gekozen. De Dunne Van Dale allitereert ook mooi, maar is te exclusief. Mensen met anorexia nervosa zouden of versterkt in hun dieet kunnen worden of zich exclusief behandeld voelen. Onheus bejegend. Evenals de groep met te zware botten zich bezwaard kan voelen. Jaren was de Dikke Van Dale goed, nu worden ze aangevallen op iets waar ze niets aan kunnen doen, door de introductie van de Dunne Van Dale. De Van Dale op dieet, is ook niet te hanteren. Want hongerstakers, zoals sufragettes die uit principe op dieet gingen en uiteindelijk als ganzen dwangvoeding ontvingen, kunnen zich daar dan weer exclusief bij voelen. Die ganzenlever mag overigens niet meer. Al is het uit principe om geen dode beesten te consumeren. Lever van insecten is beter. Maar is dat vegetarisch? Ooit een veganist gezien die van een mug een olifant maakte? Maar als ze het willen?
De Van Dale zou dan het meest neutraal zijn. Alhoewel we ook iets kennen als mijnheer Van Dale wacht op antwoord. Waarom mijnheer Van Dale? De Van Dale is het ook net niet. De reclame schrijft "De Dikke Van Dale wordt dikker dan ooit met maar liefst 18.000 nieuwe trefwoorden uit het Nederlandse en Vlaamse taalgebied, zoals dataslurper, naamglossy, zelfscankassa, boerenjaar, en oplijsten. Dus ondanks dat we woorden schrappen komen er ook bij. De kans is dus dat het aantal pagina's hetzelfde blijft. Dik, dun, omvangrijk. De Lijvige Van Dale dan? Of het Groot Woordenboek der Nederlandse taal? Niet te verwarren met het WNT? Maar de term Nederlandse taal sluit dialect weer mogelijk uit. Want daar zijn weer andere woordenboeken voor.
Overigens, waarom komt een woord als boerenjaar in het boek? De boeren hadden helemaal geen boerenjaar. Hendrik Conscience kan het wel gehanteerd hebben, maar een goed jaar? Kunnen we dat niet beter vertalen naar bankiersjaar vanwege de eerder benoemde vette bonussen? Of directeurs- of CEO-jaar? Te exclusief. Bankiers mag men niet op die wijze wegzetten.

Het is beter om een licht op te steken dan de duisternis te vervloeken. Een sigaret opsteken kan niet meer. Zitten was het nieuwe roken. Kaarsen zijn nu het nieuwe roken. Een kerstkaars mag niet meer. Vanwege de fijnstof. En de stikstof, waarbij de oppositie kon kiezen tussen stikken of slikken, dus heeft men geslikt, ook al vonden ze dat het kabinet in de wet kon stikken. Geen kaars in een kerststuk. Kerst is stuk. Kerst is mis. De Grinch heeft gewonnen. De Grinch stal Kerst. Ik mis Kerst.

Memory overflow

Even een nieuwssite openen voor afleiding en hernieuwde focus.

Het is te veel. Ik kan het niet meer aan.

The computer says no
Blue screen of death

Veranderingen zijn van alle tijden. De wereld draait gewoon door, the birds go on singing en the stars glow above. Ook zonder ons. En de sterren die we zien, daarvan zijn er al veel niet meer. In de MAX Top 1000 staat "Het Dorp" stijf boven aan. Ik snap de weemoed. Ik verlang naar mijn kindertijd. Simpel en overzichtelijk Een tijd van een verzuilde maatschappij. De fundamenten van de zuilen stonden op instorten. Maar het was nog helder. Davitamon tijdens de winter. In een warme jas, met wollen das en wanten naar school. Sneeuwstorm of niet. Goed voor je weerstand. Geen code geel of rood. Ik werd gewassen in een zinken teil. Douchen was te duur. Een gat in je broek werd bedekt met een knielap. Sokken werden gestopt. Een sok met wat geld werd onder het bed verstopt.

De kinderen van die andere school waren de vijand. Sneeuwballengevechten eindigden altijd onbeslist. Niemand kwam op het idee er een kiezelsteen in te doen. En je wist wie die kiezelharde ijsballen gooiden. Op zondag ging je niet naar de kerk. Het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie had geleid tot modernisering. Tweespalt in de parochie. Maar het verhaal werd je op school wel onderwezen. Met wat mazzel had je een rol in het kerstspel. In het bijzijn van alle ouders zong je je liedtekst. Al was het maar als os of ezel. Of in het koor bestaande uit schapen. Je was exclusief door inclusief in het kerstspel mee te spelen.

Rond Kerst mocht ik bij opa en oma gewapend met een blik witte bonen of vruchten op siroop naar het kerkgebouw. Ik kreeg dan een bonnetje met een nummer. De week erna ging je er weer naar toe. De inzameling was nu verdeeld over afgedankte fruitkistjes van de veiling. Voorzien van wat nep stro en cellofaan erom heen. Je gaf je bonnetje af, werd ingedeeld in een groep en je ging de wijken door. Totdat je bij een huis stond van een parochielid waar jouw kerstgeschenk naar toe moest. Aanbellen, afgeven. De meestal vereenzaamde, minder bedeelde bejaarde, nam het geschenk aan. Soms kreeg je een snoepje, soms zag je een traan en soms werd het uit je handen gegrist en de deur dicht gesmeten. Decorumverlies of niet willen toegeven dat het welkom was. De kerk zorgde voor haar leden. De deuren die je voorbijging, daar zorgde de dominee wel voor, of de rabbijn. En anders wel de buren.
Na terugkeer bij de kerk werden we in de verlaten jongensschool ernaast binnengelaten. De beloning van je goede daad was de vertoning van een Tarzan-film. In zwart-wit. Letterlijk. Met de ogen van nu zou je deze nooit meer kunnen vertonen. Me Tarzan, you Jane. Een gespierde Johnny Weismuller kwam zwemmend hulp bieden. En passant werd nog een krokodil de nek omgedraaid. De vijand, een avonturenfilm dus zwart-wit, kon zowel blank als zwart zijn. Maar de oorspronkelijke bewoners werden nogal onontwikkeld afgeschilderd. Gelukkig kon je dat veranderen door zilverpapier te sparen. De tand des tijds hebben de films niet doorstaan. Zijn oerkreet is verstild. Óeeeeehwaaaaahoeahahooeeehoeaaaaaa!!

Kerst zelf was altijd hetzelfde. De kerstboom haalde ik met mijn vader op. Een naaldboom die uitviel. Midden in de zomer vond je de naalden terug. Als je met blote voeten er in trapte. Thuis werd de kerstboom afgezaagd en in de houder gezet. De kerstballen waren elk jaar dezelfde. Misschien dat er eenmalig is bijgekocht. Ze hangen bij mij nog steeds in de boom. Echte, glazen ballen. Nu meer dan zeventig jaar oud. Het ene jaar kwamen kennissen eten, het ander jaar ging je naar hen. Op tweede kerstdag wel te verstaan. Eerste Kerstdag was voor de familie. Op het menu een konijnenbout voor ma, een schol voor opa en kip voor de anderen. Peertjes en aardappelpuree maakte het feest compleet. Vooraf meloen, roomijs na. Met slagroom en advocaat. Voor de kinderen chocoladesaus. Was er geen visite op Eerste Kerstdag, dan was er kans op fondue. De olie werd op het gasfornuis verhit. En binnen op de tafel gezet. Mijn vader bracht de houder met brandende spiritus naar binnen waarmee het geheel aan de gang werd gehouden. Gourmet-verpakkingen waren er niet. Het vlees werd zelf in kleine stukjes gesneden. Geen kilo's. Overdag de onovertroffen huzarensalade van mijn vader. Zijn recept is op mijn dochter overgegaan. Simpel, maar samen. Gezellig samen. Op tv een kerstfilm uit de jaren '40.

De reis naar opa en oma op 1 januari, was altijd een barre tocht. Elk willekeurig kruispunt in 's-Gravenhage lag bezaaid met verkoolde resten van kerstbomen. Het waren beschaafde hoopjes. Toen de reis niet meer nodig was, nam ik kennis van de groter wordende hopen, met als extra autobanden en autoschroot, via het acht uur nieuws.
Het kerstbomen rauzen was in mijn eigen woonplaats gebaseerd op "voor wat, hoort wat". De jeugd verzamelde de kale kerstbomen, makkelijk te vinden in de plantsoenen naast de flats. Voor een boom kreeg je als dank een toegangsbewijs. Goed voor een bezoekje aan, de meest vrije kerk, die voor die gelegenheid omgetoverd was tot bioscoop. Middels een hoorbare projector werd ook daar een aftandse Tarzan-film vertoond.
De niet gevonden bomen, of te laat naar beneden gekieperde bomen, werden het nieuwe huis van bittervoorntjes en baarzen in de sloot. Daar was het goed vissen. Zonder vergunning. Toen de kerkbioscoop zichzelf had uitgerangeerd, is er een paar jaar een verbranding gehouden op het centrale plein. Maar dat werd al snel verlaten. Versnipperaars boden meer soelaas en waren voor het milieu veel beter. Alhoewel men toen daar niet om maalde. De beloning voor een kerstboom werd bijgesteld tot een kwartje per boom.

Was het toen beter? Nee. Het was anders. Het zijn mijn herinneringen aan een onbezorgde tijd. Een tijd waarin men genoeg had aan zichzelf. Men deed dingen omdat men ze altijd zo deed en toch net even anders. Deden mensen het compleet anders, dan werden de schouders opgehaald. Een andere zuil had andere gebruiken. Met de oorlog in het geheugen gegrift, nam men dat voor kennisgeving aan. De verschillen waren er. Het zat niemand in de weg, Te veel dood en verderf meegemaakt. Te veel honger geleden. Blij met een flat. Niet groot, maar nog altijd beter dan inwonen.
Die flat was een dorp. Ik leen van Gerrit Komrij, een dorp bestaande uit verticaal geschakelde terrasbungalows. Iedereen kende elkaar. Iedereen lette op elkaar. Benauwend? De participatie-maatschappij in optima forma. Men deed alles voor elkaar. Men stond voor elkaar klaar. De oorlog had men overleefd. Hun jeugd was hen afgenomen. Dat is pas traumatiserend. Met de opbouw van de nieuwe maatschappij kreeg men het beter. Het was niet meer alleen hoe te overleven. Genieten van het leven mocht ook een beetje. Maar tijd om zich sappel te maken over of een wens wel of niet iemand voor het hoofd stootte? Zalig Kerstmis kon worden beantwoord met prettig Kerstfeest of fijne feestdagen. De intentie was allemaal dezelfde. Vrede was nog een groot goed, dat absoluut niet als vanzelfsprekend werd aangenomen. Ongeacht ras, kleur, nationaliteit, geloof had men hetzelfde doel. Met verdraagzaamheid, kom je een heel eind, dat had men geleerd op een harde wijze.

If every day could be like Christmas. What a wonderfull world it would be.

Stilstand is vooruitgang.

Een nieuw jaar, een nieuwe era, een nieuw geluid?