Sinds 2010 heeft onze vereniging een website. Ik heb de
twijfelachtige eer om de webbeheerder te zijn. Waarom? Het
schijnt tot mijn strengths te behoren. Oftewel de andere
leden hebben er of geen zin in, of men heeft geen kennis op dit
gebied. Waarom hebben we een website? Omdat andere verenigingen
deze ook hebben? Omdat we als vergrijsde club 20 jaar na dato
eindelijk in het snotje hadden dat de wereld digitaal is
geworden? Of om onze kennis te delen en daarmee een visitekaartje
af te geven? We willen ons in ieder geval presenteren als
moderne, actieve club. In de hoop dat aquarianen uit de regio
zich realiseren dat we bestaan en dat ze eens langskomen.
Misschien overwegen ze dan zelfs lid te worden.
De site heeft wel een makeover nodig. Met de vervanging
van computers door tablets en telefoons worden er andere eisen
gesteld aan een website. Een telefoon is kleiner en kan je
kantelen. Recht-toe-recht-aan tekst en plaatjes, daar kom je niet
meer mee weg. Leden willen snel op de telefoon zien wanneer de
eerstvolgende verenigingsavond is of waar een excursie naar toe
gaat. Mogelijk geïnteresseerde en toekomstige leden haken af
wanneer ze alleen middels vingergymnastiek de website kunnen
lezen. De wet van de remmende achterstand.
Er was echter een dwingendere reden om de site aan te passen. In
2018 werd de Europese verordening GDPR actief. Termen als
AVG, GDPR en cookies deden ons opschrikken. Nu horen we er alleen
nog van als geconstateerd wordt dat het allemaal geen vaart loopt
of er ergens een datalek is. Die aanpassing had echter voorrang
op de vernieuwing.
Marc de online misdaadbestrijder is al enige jaren bezig met ons bewust te maken van alle gevaren van het internet en specifiek internetbankieren. Er verdwijnt te veel geld naar criminelen. Waarbij ik niet doel op die IJslandse bank waar als gevolg van transparantie en de klimaatverandering geld als sneeuw voor de zon verdween, maar de mensen die er een lucratieve sport van hebben gemaakt om ons via een mail onze inloggegevens en pincodes te ontfutselen. Hang op, klik weg, bel uw bank.
Het beloofde Utopia van vrije nieuwsgaring en kennisdeling
blijkt toch het Enge Bos waar de Grote Groene Deur naar het
Beloofde Woud gesloten blijft omdat de sleutel is gebroken. Er is
geen enkele timmerman die de sleutel maken kan. Ondanks dat er
toch genoeg te vinden moeten zijn, daar dankzij de Brexit,
de sleutel naar Engeland gebroken mag blijven. Geen zwanen. Wit
noch zwart. Internet blijft een lelijk eendje.
Ik geef toe, gebruikers zijn wel een beetje loslopend wild in
deze heerlijke nieuwe wereld waarin een echt absoluut
noodzakelijk computerspel voor 23:59 besteld, morgen in huis is.
Op een tablet kan je niet met je muis boven een link gaan hangen
om te zien naar welke duistere website je nu weer wordt geleid om
je hagelnieuwe, van de meest moderne beveiligingen voorziene,
bankpas aan te vragen of een welverdiende prijs op te eisen bij
Bol, CoolBlue, de Jumbo of Appie. De vinger van een gebruiker
blijkt opeens over een ingebouwde magneet te beschikken. Waarom
zou je nadenken, als je een minuut gratis boodschappen mag doen
bij de Appie?
Er wordt niet geluisterd naar Marc de online
misdaadbestrijder. Klik aan, controleer uw saldo, bel uw
bank. Huilen is voor u te laat.
De
Fabeltjeskrant (9). Spaarnestad, 1969, p.9. Rocus, niet te
verwarren met Churandy Martina.
De GDPR is geen Marc. Het is geen duck tape waarmee de
sleutel provisorisch is te maken. Het kan de mensheid niet
beschermen tegen zichzelf. Maar het kan hen wel beschermen tegen
alle als Rocus de Vrije Vogel vermomde Woefdrams. Woefdrams als
Google, Twitter en Facebook, maar ook
nu.nl, die alles van een internetgebruiker willen weten.
Nagevolgd door zo een beetje elke handige site. Denk aan de
online woordenboeken, kookboeken en hoax-sites. Wie wil nu niet
weten wanneer hij of zij dood gaat? Velen vullen braaf hun
geboortedatum, adres en hobby’s in. Dat ze daarna gespamd en
gebeld worden, dat ligt natuurlijk altijd aan iemand anders.
Persoonsgegevens dienen te worden beschermd, maar ook gekoesterd.
Voor de bescherming zijn regels nodig. Vanuit Europa. Het gezonde
verstand van de gebruiker kan niet bevroeden wat allemaal wordt
prijsgegeven. Dat gezonde verstand koestert de gegevens niet.
De nieuwe regelgeving is voor een kleine vereniging als de onze lastig. Het heeft gevolgen voor ons doen en laten. Omdat het bestuur inzicht wil hebben in het gebruik van de site, kon ik kiezen uit vele gratis diensten.De lelijke jaren ‘90 paginatellers vielen natuurlijk af. Maar er bleef een keur aan mogelijkheden over. Ik heb gekozen voor Google, zoals bijna heel de wereld. Want Google heeft ergens een zweem van betrouwbaar en vertrouwd. De zoekmachine is zelfs zo ingeburgerd vertrouwd dat we in de volksmond googelen als we iets zoeken via een willekeurige zoekmachine. De dikke Van Dale meldt verplicht dat dit werkwoord betrekking heeft op een geregistreerd merk. Dat is voor Google belangrijk. Anders gaat het de kant op van een aspirientje of Spa rood. Vraag je om een aspirientje dan krijg je Panadol of Paracetamol. Vraag je om Spa rood, dan hoop je dat je een flesje krijgt. Anders heb je geen idee van wat er in je glas zit. Merkverwatering. Rang is alleen Rang als er Rang op staat! En googelen kan alleen via Google!
Google analytics biedt gratis uitgebreid inzicht in het
gebruik van een website. Het is handig om te weten dat er in de
hele wereld elke dag toch wel 30 mensen zijn, die één van onze
webpagina’s bekijken. Op hoogtijdagen zelfs 33. We weten dat we
het voor iemand doen. Het is wel jammer dat die bezoekers zich
vooral bevinden in de Verenigde Staten, Rusland, Azië, Drenthe,
Groningen, Amsterdam en Vaals. Op een paar na bij ons in de
buurt, die waarschijnlijk al lid zijn.
Om die inzichten te verkrijgen, heb ik elke pagina voorzien van
een stukje code. Een ongelukkige maar onvermijdbare keuze. En dat
wist ik. Mocht iets veranderen in de code, dan dien ik de meer
dan 300 pagina's na te lopen. Maar wat zou er veranderen?
Google is hartstikke blij met een gratis werknemer. Dus
zij zal niets wijzigen. Zij spint er garen bij. Want inderdaad,
voor niets gaat de zon op. Wanneer je je ziel verkoopt aan
Google blijkt opeens dat het allemaal minder onschuldig is
dan het lijkt. Wat er op de achtergrond gebeurt, kan per dag
verschillen. Google leest gegevens uit, combineert deze en
weet opeens alles van een willekeurige gebruiker.
Het minst
schadelijke is dat ze op de persoon toegesneden reclames kan
tonen. En hoe verschijnen die reclames op websites? Google
levert code die webbeheerders op hun site kunnen zetten. Mogelijk
levert het de webbeheerder zelfs geld op! Mij gaat dat te ver,
maar velen laten zich op die wijze voor het karretje spannen.
Blijft het bij advertenties? Google zal nog veel meer
kunnen. Daar kunnen of willen we ons als normale sterveling geen
beeld van vormen.
GDPR legt dit aan banden. Als vrijwilliger was ik met een enorm
probleem opgezadeld. De website moest gaan voldoen aan de nieuwe
verordening. De Autoriteit persoonsgegevens biedt een
beetje de helpende hand. Als ik ervoor zorg dat de cookies geen
of geringe gevolgen hebben voor de privacy van onze
websitebezoekers, dan hoef ik geen toestemming te vragen. Er
wordt zelfs uitgelegd wat je moet doen in Google
analytics. Instellinkje hier en een instellinkje daar. In
Tante Til-modus is dat zo gedaan. Maar er moet ook iets met de
code. Een driehonderd pagina’s nalopen, zonder de terechte
opmerking van mijn eega, zit je nu weer boven, kent een
doorlooptijd. Een periode waarin we het risico op een boete
liepen. De boetes zijn niet mals. Uber kon € 600.000
aftikken omdat ze een datalek niet hadden gemeld. Nu zal onze
vereniging niet een dergelijk bedrag opgelegd krijgen, maar toch.
We draaien elk jaar al een klein verlies. We kunnen daar goed mee
leven. We redden het de komende 15 jaar makkelijk. Daarna is het
op. Een boete betekent direct einde verhaal.
Het werk is inmiddels gedaan.
In ons geval weet Google niet meer, wie een artikel leest
over algen in een aquarium of het voeden van aquariumplanten. Dat
was natuurlijk een enorme inbreuk op de privacy van bezoekers.
Bezoekers die bewust van hun gezondheid en levensstijl, bijhouden
met een stappenteller op hun telefoon of ze actief genoeg zijn,
zodat Appie weet hoe lang en waar ze zich in de winkel bevinden.
Dezelfde gebruikers die hun korting met hun bonuskaart opeisen,
zodat Appie ook weet wat ze kopen en of een verjaardag tot meer
bier- of wijnverbruik leidt. Handig, want dan geeft Appie korting
en zorgt Appie dat de gebruiker niet voor een leeg schap staat!
Het zijn dezelfde gebruikers die op Facebook hun
locatie doorgeven en toestaan dat gezichten op foto's worden
herkend. Die een vermogen hebben uitgegeven aan gadgets die een
huis bewoond doen lijken als ze op vakantie zijn. Raam dicht,
lichtje aan, deur op slot in het kwadraat. Een deurbel met
camera, gordijnen die open- en dichtgaan, licht en tv die aan- en
uitgaan. En dan ook maar gelijk een slimme luidspreker zodat ze,
als ze thuis zijn, alles met hun stem kunnen besturen. Gekocht
bij IKEA en geïntegreerd in een hippe SYMFONISK Next
gen-lamp. Zonder dat ze zich beseffen dat dan ook mee
geluisterd kan worden met de gesprekken van alle dag. Camera’s
zullen ongetwijfeld volgen. Want die reclame waarin je wordt
uitgelegd dat het handig is om op je vakantieadres via je
telefoon te kunnen zien wat er in je huis gebeurd, die heeft het
verlangen om ook dat te hebben, aangewakkerd. De
softwareleveranciers voor die camera’s zullen vast en zeker soms
mee willen kijken om hun diensten te verbeteren. Wie heeft nog
Netflix nodig wanneer door een simpele hack te
kiezen valt uit miljoenen Truman Show’s? Grote Broer kijkt
machteloos toe hoe zijn droom in duigen valt. Onwetendheid is al
kracht. Zijn Ministerie van Overvloed is niet nodig. Zijn kansen
zijn verkeken. Te laat geboren, misschien in een land met ander
licht, maar totaal verloren.
Die mensen dus, die een foto van
zichzelf op Facebook zetten op een wit strand ergens op de
wereld. Raam dicht, lichtje aan, deur op slot, huis leeg.
En hoe poseren ze op de foto? In alleen een zwembroek, model
parkietensmokkelaar of “Kabouter Puntmuts”, het liefst in een
opvallend gifkikker-blauwe kleur. Een model dat Borat zou
weigeren aan te trekken. Zo een foto die het nodige gegniffel van
een HR-functionaris verklaart wanneer de persoon voor een
sollicitatie plaatsneemt.
Een bericht over Boxmeer wordt hierdoor hilarisch. Deze
gemeente heeft een website met informatie over de kermissen in de
regio offline gehaald. Het publiceren van foto's op die site is
in strijd met de wetgeving. De mensen op de foto's zijn niet
expliciet om toestemming gevraagd. Mooie foto’s van blije mensen
die een leuke dag hebben, dat kan niet. Stel je voor dat je
toevallig in een botsauto of Swing mill wordt
gefotografeerd op een dag dat je je met griep hebt ziekgemeld.
Niemand kan toch geloven dat in het begin van de 21e eeuw, het
internet zo intens wordt bekeken door intelligenties, groots en
sterfelijk, met jaloerse ogen. Maar als je manager dat toch doet,
kijken naar kermissites tijdens werktijd, dan kan je de week erop
op appèl komen en uitleggen wat je daar deed met je zogenaamde
zieke lijf. Dan ligt de schuld bij de fotograaf en niet bij
jezelf!
De informatievoorziening zal via andere kanalen naar buiten
gebracht worden, aldus de gemeente. Want de privacywet schrijft
voor dat foto's van een kermis gepubliceerd mogen worden als
wordt "voldaan aan een wettelijke grondslag". Het is onduidelijk
of bordjes waarop gewaarschuwd wordt voor rondlopende fotografen
voldoende is. Het wordt dus een droog lijstje van datum en plek.
Niks plezier tonen.
Het is niet mijn gewoonte om het met de over elkaar heen buitelende goegemeente eens te zijn, maar in deze herken ik veel in sommige reacties. Natuurlijk zijn er de reacties dat we te ver zijn doorgeslagen, meer of minder eloquent uitgedrukt. Maar mijn mede-oude menschen raakten wel een gevoelige snaar. Bijvoorbeeld dat je voor 40 jaar terug een gat in de lucht sprong als je toevallig te zien was op een foto in de krant of in een huis aan huis blad. Of dat in de jaren ‘70 tijdens de kermis er een kermisfotograaf rondliep, die plaatjes schoot. Foto’s die een week later bij de sigarenboer in de etalage hingen en voor twee kwartjes (omgerekend €0,20) te koop waren. Daar herken ik veel in. Zelf heb ik goede herinneringen aan een foto in het lokale sufferdje, op de voorpagina. Mijn eega, mijn dochter en een paard. We hebben nog steeds dat krantje, ergens. Hadden we ooit toestemming gegeven? Nee. Waren we blij verrast? Ja.
Het verlangen naar het analoge tijdperk wordt dan opeens heel
sterk. Onze club was toen groot. We hadden geen website, een
telefoon was vastgespijkerd aan een muur en er waren maar twee
televisiezenders. De leden kwamen naar de avonden. Vragen werden
door leden beantwoord. Dat was sneller dan naar de bibliotheek om
een boek te lezen. En iedereen mocht alles van elkaar weten. Want
men kwam bij elkaar over de vloer om het aquarium te bekijken.
Dan kon men een eerder gegeven antwoord gelijk staven.
De ledenlijst stond op papier. Die werd eenmaal per jaar
uitgereikt. Daarin waren we geen uitzondering. Het
Tolkiengenootschap Unquendor gaf een compleet ledenboekje uit.
Het was een gecomprimeerde telefoongids. Ik kwam er laatst nog
één tegen. Die heb ik maar door de papierversnipperaar gehaald.
Als ik een oud clubblad van een andere aquariumvereniging erbij
pak, zie ik toch klip-en-klaar informatie die tegenwoordig
compleet ondeelbaar is. En het inschrijfformulier was toch wel
heel impertinent. Een blad dat ook bij de huisarts, dierenzaak en
tandarts lag.
Waren we toen gewoon goedgeloviger? Een vereniging is een
verzameling mensen die zich georganiseerd heeft met een gelijk
doel. Het is logisch dat je dan met elkaar in contact wil treden.
Dus je wisselt adresgegevens uit. Onderling, maar verwacht wordt
dat de vereniging faciliteert. Dat kan dus nu niet zonder
meer.
In het zeldzame geval dat zich een nieuw lid aanmeldt,
leveren we drie vellen A4 op. We vertellen waarom we welke
gegevens van het nieuwe lid nodig hebben. Dus dat we e-mail
willen sturen, dat we het club-magazine en de contributiebrief in
de juiste brievenbus willen doen belanden, dat we de gegevens
niet doorverkopen en we bijhouden hoe en wanneer iemand zijn of
haar gegevens heeft verstrekt en de penningmeester er inzage in
heeft. Het liefst volgens het vierogen principe.
Misschien dat wij nu ook doorslaan. Maar beter mee verlegen dan
om verlegen. Ondanks dat bij onze vereniging men zich alleen met
een papieren inschrijfformulier kan aanmelden. Google
Drive hebben we niet nodig. Ouderwets? Misschien, maar het
geeft geen extra werk. Digitale aanmelding betekent ook digitale
toegang en een vergeetknop. Daarbij, we denken dat een nieuw lid
pas echt weet wat hij of zij wil, wanneer deze minimaal twee maal
op een avond langs is geweest. Dan is er ervaren tegen welke club
men ja zegt. Dat een lid dan lid blijft voor minimaal de rest van
het jaar, is gewaarborgd.
Ledenlijsten verstrekken we al jaren niet meer. En in ons
clubblad staan deze ook niet. Onbewust, maar gelukkig, want we
mogen er niet aan denken dat ons clubblad in de verkeerde
brievenbus valt ondanks een NEE-NEE-sticker. Zou dat onverhoopt
wel gebeuren, dan is dat een datalek als er adressen in staan.
Dat moeten we dan melden. We hebben onbedoeld ongeoorloofd data
verstrekt. Ondanks dat de ontvanger de verkeerd bezorgde post
ongeopend op het juiste adres bezorgd, zoals elk welopgevoed mens
zou doen.
Ik zie het echt voor me. Onze penningmeester zal optreden als
functionaris gegevensbescherming. Hij gaat naar het meldloket van
de Autoriteit Persoonsgegevens.
Lectori salutem,
Helaas hebben wij moeten constateren dat één van onze bodes per ongeluk ons clubmagazine bij de buren van een lid in de bus heeft gedaan. Hierdoor is onbedoeld zwart op wit gesteld, dat het Verkocht-bord in de voortuin bewaarheid is geworden. Tevens is duidelijk geworden dat hij intrekt bij een ander lid, waarmee hij gaat trouwen. Overigens is de buurman daarvoor uitgenodigd.
In de hoop u hiermee afdoende geïnformeerd te hebben, verblijf ik,
Met vriendelijke groet,
de penningmeester
Rest de retorische vraag of de regelgeving uit Europa waterdicht is? Bij het herzien van de website, denk ik na over heel veel zaken. Ook over lettertypes. Het moet leesbaar zijn. En als het even kan ook nog opvallend anders of toch zeker aansprekend. Google biedt fantastisch mooie gratis lettertypes. Waarbij ze de wervende tekst plaatsen dat een lettertype als Roboto op wel 26.000.000 websites wordt gehanteerd. Met een grafiek waarin de percentages staan in welke landen dit font populair is. Alle andere gegevens die ze op deze wijze verzamelen, houden ze voor zichzelf. Voor niets gaat de zon op. Een lettertype wordt geladen in de browser van een gebruiker. Gaat de gebruiker naar een andere site die ook een Google lettertype gebruikt, staan er al twee websites mogelijk geregistreerd bij die internetgebruiker. Voldoet het aan de wet? Ja, want het is geen cookie.
Ik zal moeten navelstaren. Rechtvaardigt mijn ethiek dat ik een website willens en wetens oplever met de schone schijn van die lettertypes? Zo ja, dan maak ik nu wel de keuze om deze op één plek vast te coderen. Anders zal een herziening van de wet- en regelgeving over tien jaar me weer een half jaar werk opleveren.
Als onze club dan nog bestaat.
Toch even googelen met Yahoo!. Er zal vast wel een site zijn die mij het antwoord kan geven. Waarschijnlijk weet ik ook gelijk wie nog gaat opzeggen vanwege een spetterende echtelijke ruzie. Zo'n afgeluisterde smart speaker is toch wel handig.